Over onze peper
Kampot-peper:
Deze peper, een van de beste ter wereld, wordt al eeuwenlang verbouwd in de Cambodjaanse provincie Kampot.
Deze pittige zwarte peper groeit in het zuidelijke deel van de provincie Kampot, gelegen tussen de zuidelijke uitlopers van het Elephant Mountains en de Golf van Thailand.
Door deze bijzondere ligging – tussen de bergen en de zee – groeit de peperplant op bijzonder voedselrijke grond en kan daardoor zijn volle aroma ontwikkelen. De oogst van Kampot Noir vindt plaats in de maanden april tot en met juni.
Muntok-peper:
Afkomstig van het Indonesische eiland Bangka, niet ver van Sumatra, en vernoemd naar de exporthaven. Het bevat slechts ongeveer 1% essentiële oliën, heeft minder aroma en een schonere kruidigheid dan traditionele zwarte peper.
Penja-peper:
Penja Blanc groeit op vulkanische grond, die rijk is aan mineralen en zo de peper zijn karakter geeft. De peper heeft een ronde, intens kruidige smaak. Bovendien zijn de paprika’s volledig rijp. De smaak is robuust en krachtig met een mineraal aroma. Het harmonieert met vis en schaaldieren, gevogelte, groenten, sinaasappel en peer.
Thekkady-peper:
Afkomstig uit de zuidwestelijke Indiase regio Kerala. In Periyar National Park worden oude pepervariëteiten die met uitsterven worden bedreigd, door de lokale bevolking verzorgd en met de hand geplukt als onderdeel van een duurzaam, ecologisch managementsysteem. Deze oude variëteiten bevatten een veel hoger aandeel essentiële oliën dan nieuwe hybride paprika's.
Timut-peper:
Deze peper uit Nepal wordt beschouwd als de Nepalese Szechuan-peper, die botanisch niet verwant is aan zwarte peper (Piper nigrum), maar aan citrusplanten.
De Timut-peperplant groeit in het wild als een boom met dichte bladtakken, waar doornen tot twee centimeter het oogsten bemoeilijken, zo'n 2.000 meter. Na de bloei in het voorjaar worden er rode bessen gevormd die glimmende zwarte zaden bevatten.
Later, in de herfst, worden de rijpe bessen met de hand geoogst. Vervolgens scheiden de plukkers, bijna altijd vrouwen, de geoogste bessen zorgvuldig met de hand van andere plantonderdelen, zoals stengels en bladeren. Vervolgens worden de bessen gedroogd en vallen de kleine zwarte zaadbolletjes uit de schaal. Dat is maar goed ook, want ze smaken bitter.
Indiase bergpeper:
De Indiase bergpeper wordt met de hand geplukt ‘single-origin’ en de peper wordt zeer lang in de zon gedroogd.
Deze junglepaprika groeit op een peperplantage in de hoogten van de West-Ghats in Zuid-India. De plantage wordt al ruim 20 jaar gerund als een puur biologische boerderij en legt grote nadruk op een rijke biodiversiteit. Deze boerderij heeft een van de hoogste regenval in India.
Sri Lanka-peper:
Sri Lanka is wereldberoemd om zijn uitstekende specerijen en kruidentuinen.
De peper heeft hele mooie bruine bessen met veel kracht en substantie. En het heeft een mooie kruidigheid die een beetje tintelt en lang in de mond blijft hangen. De peper uit Sri Lanka harmonieert daardoor heel goed met rundvlees, soepen en sauzen, dressings en ragouts.